Hoewel ik erg kan genieten van avontuur en paardrijden ben ik nooit een moraalridder geweest. Ik vind mezelf niet vaak terug in het midden van het gevecht. Eerder zie ik mijzelf hoog in de boom, kijkend naar de onrust daar beneden. De glimmende messen en belichaamde strijdkreten sla ik op. Soms op papier, soms visueel en soms in mijn lijf. Ik observeer en analyseer zonder mij direct te mengen. Deze observaties zal ik dan vertalen. Ik maak connecties tussen mijn uiteenlopende observaties en ervaringen en vertaal die dan naar een passende vorm. Deze vorm zal ik vervolgens met gepaste trots tentoonstellen. Zowel aan de geobserveerden, als aan mijn naasten, als aan iedereen die het maar wil zien en horen. Natuurlijk is dit toonmoment fijn, het zorgt voor helderheid en een punt op een lijn. Maar die lijn is voor mij meer van belang. Ik hecht veel waarde aan het kijken, het onderzoeken, het bevragen. Mijn hoop is dan ook dat die lijn nooit zal eindigen in een definitieve punt. Tijdens het tonen van elke punt poog ik altijd nog om de lijn actief te houden.

Terug naar dat moraalridderschap: ik ben dus niet zo geïnteresseerd in statische meningen/ideeën. Ik ben geen activist die via haar kunst iedereen wil overtuigen van een bepaald idee. Eerder ben ik een (passief activistische) onderzoeker die haar bevindingen graag tentoonstelt. Die bevindingen geven geen antwoord, maar stellen vragen. Voor de toeschouwer is er ruimte om die vragen op je eigen manier te interpreteren en eventueel te beantwoorden. Met mijn werk hoop ik altijd ruimte open te laten voor eigen associaties. Ik ben constant een spel aan het spelen met de balans tussen ruimte voor openheid en het daarbij komende gevaar van vrijblijvendheid.

De dingen/thema’s/fenomenen/ervaringen die ik onderzoek starten vaak vanuit een persoonlijke fascinatie. Via de kunst/populaire cultuur/mijn dagelijkse leven loop ik iets tegen het lijf dat ik vervolgens dieper wil onderzoeken. In dit onderzoek probeer ik uiteenlopende dingen aan elkaar te verbinden. Door het maken van deze onverwachtse connecties poog ik mijzelf en de toeschouwer associatief te triggeren. Ik ben vaak opzoek naar ‘wat er tussen zit’. Wat speelt zich af op verbindingen en kruispunten? Ik gebruik het onderzoek en de kunst om immateriële elementen en verschijningen om te zetten en vorm te geven in een materiële (ontdekkings-)wereld.

Door niet met een vaststaand idee te werken hoop ik de toeschouwer te activeren. Liever dan antwoorden geven wil ik de mensen verleiden tot het stellen van vragen. Ik poog om in mijn werk het niet-weten te omarmen, en alle associaties welkom te heten. Ik betoog niet, ik maak uiteenzettingen. Het is mijn taak om verschillende elementen te onderzoeken en vervolgens op een vormelijke manier te tonen. Ik kneed wat ik onderzoek en open vervolgens mijn handen voor de toeschouwer. Wat daar dan in ligt is open voor interpretatie en associatie. Door die manier van doen hoop ik de nieuwsgierigheid van de toeschouwer te activeren.
OF HOE WAAROM
Het begin
Vaak weet mijn onderbewustzijn beter wat ik wil dan ikzelf. De eerste verschijning van een idee gebeurt daardoor zo goed als altijd ’s nachts. Ik word half wakker, of ben nog niet helemaal in slaap, en zie plots een beeld/idee voor me. Als dit gebeurt pak ik mijn telefoon om dit beeld zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven, ik ken mezelf ondertussen goed genoeg om te weten dat dit soort momenten vaak de start zijn van een nieuwe performance.
De ideeën komen niet altijd in een halfslaap, het kan ook gebeuren onder de douche, in de trein, tijdens een wandeling, of op de fiets. Op die momenten ben ik ontspannen en ergens mee bezig, zonder dat ik na hoef te denken over waar ik mee bezig ben. Hierdoor is er ruimte voor nieuwsgierigheid, voor nieuwe gedachtes en ideeën. Ook op zo’n moment probeer ik zo nauwkeurig mogelijk te noteren wat ik denk/zie zodat ik er later mee verder kan.

Daarna
Zodra het eerste sprankje er is ga ik die verder onderzoeken. Meestal begint dit op papier. Al schrijvend en tekenend zoek ik naar de belangrijke elementen binnen het idee. Vaak maak ik een mindmap, omdat ik op die wijze goed kan zien wat de kern is, wat de beelden/ideeën zijn die daarbij horen en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Ik zet dat eerste idee/beeld dus om in een web.

Vervolgens
Vervolgens begint het maakproces. Dit gedeelte bevat verschillende elementen die elkaar continu afwisselen en beïnvloeden. De volgorde van deze elementen is nooit hetzelfde. Ook verschilt het per idee welk element het zwaarst weegt. De elementen zijn:

- Visueel onderzoek
Ik zoek naar bronnen die mij visuele input geven. Denk aan kunstwerken, voorstellingen, foto’s, video’s, etc. Deze bronnen verzamel ik en analyseer ik. Tijdens dit analyseren onderzoek ik welke elementen mij aanspreken en hoe ik die zou kunnen inzetten voor het zich vormende idee. Ik werk bijvoorbeeld graag met samplen, hiermee bedoel ik dat ik elementen uit een beeld kopieer en dus overneem in mijn eigen werk. In de beelden zoek ik naar wat ik vind passen bij het idee: welke kleur, sfeer, etc. De beelden vind ik op allerlei plekken. Denk hierbij aan musea, theaters, kunstboeken, Netflix, YouTube, Facebook.

- Theoretisch onderzoek
Ik probeer mijn eigen stem en ideeën altijd tegenover/naast die van anderen te plaatsen. Dit doe ik door te lezen, en dit mee te nemen in mijn werk. Zodra ik een gevoel van richting heb van mijn idee zoek ik naar theorieën die hierbij aansluiten, of er dieper op in gaan. Deze vind ik bijvoorbeeld op het internet, in de literatuur of in het Theatermagazine. Daarnaast heb ik lijstjes op mijn telefoon en mijn computer waar bronnen in staan die aansluiten bij mijn interessegebieden. Ook deze bronnen zoek ik vaak op in deze fase.

- Praktisch onderzoek
Mijn idee en ik gaan de vloer op. Hier onderzoeken we hoe we het visueel en fysiek kunnen weergeven. Dit doe ik bijvoorbeeld door mijzelf scores te geven. Tijdens dit werken op de vloer film ik mijzelf veel. Hierdoor kan ik mij laten gaan in improvisaties, en daarna terugkijken hoe dat er voor een buitenstaander uit ziet. Op de vloer is mijn onderzoek vaak fysiek, ik zet graag muziek op en ga dan bewegen. De teksten die ik schrijf ontstaan niet op de vloer, maar zittend achter mijn laptop. Daarnaast ga ik op de vloer vaak aan de slag met technologie/techniek. Vele van mijn ideeën bevatten een technologisch element, ik werk bijvoorbeeld vaak met beamers. Over hoe ik deze inzet heb ik nooit een vaststaand idee, dit ontstaat op de vloer in samenspraak met mijn lichaam en mijn idee.

Structuur
Na vele uren aan onderzoek (hier ligt het zwaartepunt in mijn makersrecept) heb ik vaak behoefte aan een structuur. Meestal vorm ik deze door op kleine memoblaadjes op te schrijven welke elementen ik allemaal heb. Dan zorg ik dat ik een groot stuk vloer heb en ga ik schuiven met die blaadjes. Op die manier probeer ik een volgorde te creëren. Tijdens dit schuiven let ik goed op hoe de verschillende elementen zich tot elkaar verhouden: welke energie/sfeer wil ik wanneer hebben?
Niet al mijn werk vormt zich zo dat het deze stap nodig heeft. Soms is er vanuit het eerste idee al duidelijk wat de volgorde gaat zijn. Je zou kunnen zeggen dat de lijnen van de tekening dan al gezet zijn en dat ik enkel nog de kleurplaat hoef in te kleuren.

De ander
Na al deze uren met mijzelf en mijn ideeën heb ik vaak behoefte aan een ander geluid. Op dit moment toon ik mijn werk graag aan andere makers. Achteraf vraag ik dan om feedback. Meestal doe ik dit aardig gericht, ik vorm bijvoorbeeld vragen waar de kijkers antwoord op kunnen geven. Op die manier lukt het mij om even uit te zoomen van wat ik heb gemaakt, en er op een andere manier naar te kijken.

Laatste ronde
Met de feedback in mijn achterhoofd werk ik nog een laatste paar keer aan mijn idee. Meestal vinden er op dit moment geen drastische veranderingen meer plaats, het zijn vaak nuances. Na deze veranderingen is het werk af (voor dit moment) en breng ik het de wereld in.

Einde
Eigenlijk hoop ik altijd dat een werk/project/idee nooit eindigt. Vaak laat het ene werk zichtbare sporen na in het volgende. Op die manier probeer ik (onbewust) weg te blijven van het idee dat iets klaar kan zijn. Ik geloof dat al mijn werk constant in ontwikkeling is en elkaar blijft beïnvloeden.
IN DE KEUKEN
MIJN ONLINE PORTFOLIO
Je kan op de afbeeldingen klikken om meer te zien/lezen. Via de drie streepjes kan je naar 'over mij' om mijn kunstenaarsstatement te lezen
STARTPAGINA
STARTPAGINA